De behandeling in het kort
U krijgt een vaatoperatie. Iedere individuele situatie vergt een individuele aanpak en behandeling. Uw vaatchirurg bespreekt daarom uw behandeling met u persoonlijk.
U bent doorverwezen naar onze afdeling chirurgie. Onze chirurg voert lichamelijk onderzoek uit. Op basis van de resultaten van dit onderzoek bekijkt uw chirurg samen met u wat de beste behandeling voor u is.
Wij beslissen graag samen met uw. Deze 3 goede vragen aan uw arts kunnen u hierbij helpen.
Als voorbereiding op uw operatie heeft u gesprekken met onze apothekersassistente, doktersassistent en anesthesioloog. Als voorbereiding op deze gesprekken vult u een vragenlijst in. Tijdens de gesprekken nemen we de vragenlijst door en bespreken we met u uw medicijngebruik. Het is handig als de specialist kan zien welke medicijnen u krijgt van uw apotheek. U kunt uw apotheek hiervoor toestemming geven. Uw apotheek heeft hiervoor een speciaal toestemmingsformulier. Dit kan via een formulier bij uw eigen apotheek. Uw specialist kan dan digitaal zien welke medicijnen u thuis gebruikt. Ook voeren we een lichamelijk onderzoek uit. Onze anesthesioloog bespreekt samen met u welke verdoving voor u het beste is. Het is belangrijk dat u tijdens dit gesprek ook uw specifieke wensen kenbaar maakt. Dit polibezoek duurt minimaal 40 minuten.
’s Ochtends kunt u zich eerst nog douchen of wassen. Enige tijd voordat u naar de operatiekamer gaat, wordt u gereedgemaakt voor de ingreep. Van de verpleging krijgt u speciale operatiekleding. Sieraden en make-up (inclusief nagellak) moeten worden verwijderd. De verpleegkundige brengt u vlak voor de operatie naar de ‘ontvangstruimte’ van het operatiecomplex. Hier verblijft u kort waarna u op een operatietafel naar de operatiekamer gebracht wordt.
Na de operatie brengen we u naar de uitslaapkamer. Na de operatie hebt u een infuus in uw arm. Hierdoor worden vocht en voedingsstoffen in uw bloed gebracht omdat u kort na de ingreep nog niet mag eten of drinken. Vaak hebt u een blaaskatheter gekregen waardoor uw urine wordt afgevoerd. Ook is bij veel operaties tijdelijk een neussonde nodig.
Afhankelijk van de operatie blijft u de nacht na de operatie op de intensive care of gaat u na enkele uren terug naar de verpleegafdeling. Elke ochtend komt onze afdelingsarts of uw chirurg controleren of uw herstel voorspoedig verloopt. Soms blijkt nader bloed- of röntgenonderzoek nodig.
Als u zover hersteld bent dat u weer grotendeels voor uzelf kunt zorgen, bepalen de verpleegkundigen en de arts in overleg met u wanneer u weer naar huis gaat. Voordat u het ziekenhuis verlaat hebt u nog een ontslaggesprek met een verpleegkundige.
U krijg bij ontslag een afspraak mee voor controle op de polikliniek.
