In het ZMC kun je werken en leren tegelijk. Met je havo of vwo diploma op zak kun je direct aan de slag op de operatiekamer (OK). Onlangs was er een open avond voor scholieren die zich oriënteren op een opleiding na de middelbare school.
Anesthesiemedewerker Manon Methorst, die haar diploma dit jaar in ontvangst nam, en Jet Vredenburg, die in februari begon aan de opleiding tot operatieassistent, voelen zich als een vis in het water tijdens hun werk op de operatiekamer.
Jet: “Op de Amstel Academie van Amsterdam UMC krijg ik theorielessen en in het ZMC leer ik de praktijk. Op de havo vond ik biologie al heel leuk en dan met name anatomie. Tijdens deze opleiding zie ik dat elk mens anders is qua anatomie, er zijn zo veel variaties. In het begin is het best lastig om precies te begrijpen wat je ziet bij een patiënt op de operatietafel wanneer het niet direct overeen lijkt te komen met je theorieboek. Maar na een tijdje ga je het steeds meer herkennen en begrijpen. Dat is echt heel leuk. ”
Manon is inmiddels een trotse bezitter van haar diploma anesthesiemedewerker. “Het leukst aan deze opleiding is dat je zo zelfstandig werkt. Je hebt je eigen taak en daar ben jezelf helemaal verantwoordelijk voor, al overleg je natuurlijk wel als je iets niet weet. Wat het werk boeiend maakt is dat je continu aan het beredeneren bent. Wat zie je gebeuren? Wat moet je doen? Wat is de volgende stap? Iedere patiënt is een soort puzzel waarbij je uitzoekt welke specifieke handelingen op dat moment nodig zijn. Je bent daarbij super gefocust en heel alert. Het continu ‘aan staan’ dat zou ik niet meer willen missen. Ik hou van de spoedjes, die zijn hectisch maar heel leerzaam.
In het begin van mijn studie was het soms best lastig om te begrijpen waarom sommige keuzes werden gemaakt door de ervaren collega’s. Dan vroeg ik naar de redenatie en dan kreeg ik het antwoord: je hebt er een bepaald gevoel bij nodig. Daar heb ik wel even mee geworsteld maar gaandeweg kreeg ik dat gevoel ook in m’n vingers. Intuïtie is eigenlijk kennis. Je leert veel van je begeleiders en neemt dingen over van hun visie die bij je passen.
Over de vraag welke eigenschappen je moet bezitten voor het werk op de OK hoeven zowel Jet als Manon niet lang na te denken. Manon: ”Je moet je hoofd koel kunnen houden bij stresssituaties, je moet niet rommelig zijn, een lerende houding hebben en tegen verandering kunnen. Ook moet je patiënten goed kunnen inschatten: kun je een grapje maken of juist niet.” Jet vult aan: “Een beetje lef hebben is ook nodig en goed kunnen communiceren” vult Jet aan. “Want als iets aan jouw kant van de operatietafel niet goed gaat moet je dat wel durven zeggen tegen de rest van het team.”
Manon: “Hier in het ZMC is niet veel de hiërarchie. Collega’s en ook specialisten zijn juist heel toegankelijk. Leerlingen behoren meteen tot het team, wat overigens niet in alle ziekenhuizen zo is. Je wordt hier als gelijkwaardig gezien en dat voelt heel prettig en veilig. Je kan echt leerling zijn en je wordt niet in het diepe gegooid. Je werkt eerst een half jaar boventallig en pas wanneer je er aan toe bent ga je (semi-)zelfstandig aan het werk binnen het team.”
Jet: “Waarbij ik in eerdere opleidingen altijd het gevoel had dat ik iets miste, zie ik mezelf nu juist blijven werken op de operatiekamer. In mijn dagelijks leven heb ik er ook profijt van . De rust die je creëert wanneer er iets acuuts gebeurt. Dat is heel fijn. Ik zorg eerst voor overzicht en schuif alles wat afleidt aan de kant. Dat is eigenlijk hetzelfde als je instrumententafel op de OK netjes houden.”
Meer informatie over de opleidingen op de operatiekamer vind je hier.
