Behandeling in het kort
Als u ouder wordt, kan uw prostaat groter worden. Door de prostaat loopt de plasbuis. Als uw prostaat groter wordt, kan de plasbuis dichtgedrukt worden. U kunt dan klachten krijgen bij het plassen:
niet goed kunnen beginnen met plassen
slappere straal waarbij persen niet helpt
nadruppelen
branderig gevoel
gevoel dat de blaas na het plassen niet helemaal leeg is
vaker in de nacht moeten plassen
De uroloog onderzoekt uw klachten en bespreekt samen met u de mogelijke behandelingen. Eén van de opties is de Urolift. Daarbij wordt overtollig prostaatweefsel opzij geduwd met kleine implantaten, zodat de plasbuis weer wijder wordt. Het prostaatweefsel wordt niet verwijderd.
Urinekweek: 10 dagen voor de behandeling levert u urine in. Zo nodig krijgt u antibiotica.
Nuchter zijn: vanaf 0.00 uur op de dag van de ingreep niet eten, drinken of roken.
Bloedverdunners: overleggen met de uroloog en anesthesist. Vaak moet u deze tijdelijk stoppen. Als dit niet is gebeurd, gaat de ingreep niet door.
Bespreek uw medicijnen en eventuele gezondheidsproblemen tijdens het voorbereidend gesprek.
Stop nooit zomaar met het innemen van uw medicijnen. Bespreek dit altijd met uw arts.
Op de afgesproken dag meldt u zich op de afdeling Dagopname. U krijgt een roesje of lokale verdoving.
De uroloog brengt een behandelcystoscoop via de plasbuis in. Met een speciaal instrument plaatst hij kleine bandjes om het prostaatweefsel opzij te trekken. Hierdoor wordt de plasbuis wijder en kunt u weer makkelijker plassen. De ingreep duurt ongeveer 20 minuten en is meestal niet pijnlijk.
U kunt dezelfde dag naar huis, tenzij de uroloog anders adviseert. U mag zelf geen voertuig besturen. Zorg dat iemand u ophaalt en dat u de eerste nacht niet alleen thuis bent.
Een beetje bloed bij urine of zaadlozing is normaal in de eerste weken. Drink de eerste 3 dagen extra (minimaal 500 ml extra per dag). Als u bloedverdunners gebruikt, mag u deze weer starten zodra de urine 24 uur helder is. In de folder ‘prostaatoperatie: urolift’ vindt u richtlijnen voor de eerste weken na de operatie.
Na 2 weken is er een telefonische controle door de verpleegkundig specialist. Na 6 weken komt u voor een controle op de polikliniek.